Overig

Beperking bewegingsvrijheid

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

KC22-023 08 mei 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC22-023
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht  : 26 april 2022
Schorsingsbesluit : gedeeltelijk gehonoreerd
Hoorzitting : 3 mei 2022
Datum uitspraak : 9 mei 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klaagster] (klaagster)

[patiëntenvertrouwenspersoon] (PVP)

 

[verweerder] (verweerder)

[verweerster] (ANIOS)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[lid 1] (psychiater) 

[lid 2] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Voortgezette crisismaatregel

 

Klacht

  1. Verplichte medicatie
  2. Opname in een kliniek
  3. Beperking vrijheden

 

Procesverloop

De commissie heeft op 26 april 2022 een klacht ontvangen inzake verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over het schorsingsbesluit en de behandeling van de klacht. Het verweer is op 29 april 2022 per mail naar betrokkenen gezonden.    

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 3 mei 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 10 mei 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Medische verklaring d.d. 16-4-2022;

-           Product 22: Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 16-4-2022;

-           Product 23: Informatiebrief verplichte zorg d.d. 19-4-2022;

-           Crisismaatregel d.d. 16-4-2022;

-           Kennisgeving mondelinge uitspraak RB d.d. 21-4-2022;

-           Informatiebrief dossier d.d. 20-4-2022;

-           Behandelplan d.d. 16-4-2022 en 28-4-2022;

-           Decursus en rapportage verpleegkundige periode 16-4-2022 t/m 28-4-2022;

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat klachten tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klachten hebben betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van de klacht een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 10 mei 2022.

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een bekend schizoaffectieve stoornis en persoonlijkheidsproblematiek. Er is sprake van een lange behandelgeschiedenis met meerdere gedwongen opnames vanwege manische ontregelingen en paranoïde psychotische symptomen. De opnames kenmerken zich door het nagenoeg ontbreken van ziektebesef of –inzicht en het ontbreken van bereidheid tot inname medicatie of samenwerking met hulpverlening.

Op 21 april 2022 heeft de rechtbank Gelderland een verlengde crisismaatregel afgegeven voor de duur van 3 weken.

 

Standpunten van partijen

Ter zitting licht klaagster toe dat ze tegen haar wil is opgenomen. Ze wil haar vrijheden terug omdat ze momenteel niet eens kan wandelen. Als gevolg van te hoge dosering van de medicatie ondervindt klaagster veel bijwerkingen zoals bloedingen. Klaagster benoemt het als een baarmoederprobleem. Ze vindt dat er niet naar haar wordt geluisterd. Ze wil naar huis en bij haar poes zijn. Ze geeft aan open te staan voor een gesprek met de aanwezige psychiater, vervanger van haar behandelaar.

PVP vult aan dat er teveel beoordeeld wordt op basis van de geschiedenis van klaagster en vraagt om beoordeling van de actuele situatie.

Verweerster geeft aan dat zij namens de behandelaar spreekt. Er is nog steeds sprake van een evident manisch beeld. Dit maakt dat klaagster in contact erg druk is en verhoogd associatief. Er was voorafgaand aan opname veel inmenging van de crisisdienst en de politie. Ook was er sprake van een dreigende uithuiszetting. De medicatie is nodig om de manie te couperen aldus verweerster. Daarvoor geven we lorazepam.

Ten aanzien van vrijheden wordt voortdurend gekeken wat mogelijk is maar we zien druk, geagiteerd gedrag. Dit maakt dat er geen veilige situatie is. Verweerster benoemt dat er zowel naar het verleden als naar het huidige toestandsbeeld gekeken wordt. Klaagster kan agressie van derden over zich afroepen. Het risico hierop wordt bij de afweging van eventuele vrijheden meegewogen.

 

Op een vraag van de commissie geeft klaagster aan dat ze lorazepam momenteel wel inneemt, hetzij met tegenzin. Klaagster vertelt dat meerdere familieleden alle vertrouwen in haar hebben. Laatst kwam haar nichtje logeren. Daar heeft ze voor gekookt. ‘Daar ben ik trots op’, aldus klaagster. Op advies van een vriend en raadgever wil ze niet meer naar het verleden kijken.

 

De voorzitter sluit de hoorzitting onder toezegging dat de volledige uitspraak uiterlijk 10 mei 2022 volgt.

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de verplichte medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid en opname zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw, bekend met een manische ontregeling bij een bipolaire-I-stoornis. Klaagster vindt zichzelf niet ziek. Klaagster klaagt over de verplichte medicatie (lorazepam en Cisordinol). Ze wordt er lichamelijk en geestelijk ziek van en wil daarom deze medicatie niet. Klaagster klaagt over de opname en de beperking van bewegingsvrijheid. Klaagster wil haar vrijheden terug. Bij indiening van de klacht heeft klaagster een schorsingsverzoek ingediend. Deze schorsing is voor de antipsychotica (Cisordinol) toegekend tot aan de hoorzitting. De schorsing voor de lorazepam is niet toegekend. 

 

Verweerder geeft aan dat het ernstig nadeel van klaagster weggenomen kan worden door de verplichte zorg. Het ernstig nadeel is gelegen in het gedrag van klaagster. Omwonenden ervaren haar gedrag als beangstigend en storend. Ze klimt soms uit het raam en had daarbij volgens buurtbewoners een wapen in haar hand. Dit bleek later een schroevendraaier te zijn. De politie is diverse malen ingeschakeld. Klaagster zet haar huisraad buiten neer, smeert boter op haar ramen, doet lampen veelvuldig aan en uit en is snel geagiteerd en uitdagend in haar gedrag. Dit kan agressie oproepen bij anderen. In de kliniek heeft ze een medepatiënt gezoend, schreeuwt, scheldt en is verbaal dreigend. Opname is van belang om klaagster te kunnen behandelen met medicatie. Beperking van de bewegingsvrijheid is van belang inzake veiligheid voor klaagster zelf en haar omgeving.

 

De commissie constateert dat de verplichte zorg (opname, medicatie en beperking van de bewegingsvrijheid) is besproken met klaagster op 16-04-2022 en ook schriftelijk aan haar uitgereikt. Naar het oordeel van de commissie voldoen de aanzegging en schriftelijke uitreiking aan klaagster aan de wettelijke vereisten. 

 

Gezien het gedrag van klaagster en het risico op ernstig nadeel is de verplichte zorg gegeven door verweerder een passende behandeling om het ernstig nadeel te voorkomen. Getoetst zijn de proportionaliteit, subsidiariteit, veiligheid en doelmatigheid van de verplichte zorg.

De commissie is van oordeel dat verweerders op inhoudelijk goede gronden hebben besloten om verplichte zorg toe te passen. De verplichte medicatie met antipsychotica, opname en beperking van de bewegingsvrijheid zijn nodig om het ernstig nadeel voor klaagster te beperken. Om die reden acht de klachtencommissie de klachten ongegrond.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de verplichte medicatie ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de opname ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de beperking van de bewegingsvrijheid ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 9 mei 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 4